75 jaar SVD | Kantinebeheerder Henk Roddenhof
Je beseft pas dat je iets mist als je het kwijt bent. Met een vleugje dramatiek zou deze spreuk van toepassing kunnen zijn op Henk Roddenhof. En op zijn onafscheidelijke vrouw Riet natuurlijk. Samen bestieren ze sinds mensenheugenis met ziel en zaligheid de SVD-kantine. Maar daar komt een einde aan, want bij afloop van het jubileumjaar 2017 hoopt het echtpaar na ruim een kwart eeuw trouwe dienst het stokje over te dragen.
We spreken Henk (1946) en Riet (1947) in – hoe kan het ook anders – de SVD-kantine. Hun tweede huis. De plek waar zij ontelbare uren hebben doorgebracht en nog steeds doorbrengen. Het is dinsdag in november, even na etenstijd. We verwachten een leeg clubgebouw. Er wordt immers niet getraind, geklaverjast, gefeest of vergaderd. Niets is minder waar: bij binnenkomst stuiten we op tientallen kirrende handbalvrouwen, druk bezig met inpakwerkzaamheden voor de jaarlijkse pepernotenactie.
Henk heeft even eerder de deur voor hen ontgrendeld, de verwarming een slinger gegeven en een pot koffie gezet. Ondertussen heeft Riet de bekende rood-wit geblokte kleedjes (gewassen én gestreken) met Zwitserse precisie over de tafels gedrapeerd. “We gaan wel even rustig in de bestuurskamer zitten”, stelt Henk voor. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: onderweg valt zijn oog op oude fotocollages. De één begint meteen te plukken aan de half vergeelde kiekjes, de ander maakt van de gelegenheid gebruik een kantoorkast door te lichten op meer prachtig beeldmateriaal. Het zijn Henk en Riet Roddenhof ten voeten uit. Toch zitten we niet veel later gedrieën aan tafel, uiteraard mét koffie en iets lekkers.
Blauwe maandag
Uit een boekje, dat nog het meeste weg heeft van een oud poëziealbum, valt een foto. Achterop staat het jaartal 1969 met hand geschreven. De foto toont een jonge Henk, op dat moment dus een jaar of 23. Aan zijn voeten grote laarzen. Om zijn schouders een keurig overhemd. In zijn handen een schop. Daarnaast krijgen de eerste fundamenten van de kantine langzaam vorm. Het sportpark zou later dat jaar officieel geopend worden, met Henk Roddenhof als spelend lid. “Ik was geen wereldvoetballer”, glimlacht Henk. “Wel nog een seizoen in het eerste gespeeld, maar dat was van korte duur. Mijn vader (Ap Roddenhof, red.) had meer talent en heeft in de jaren twintig nog bij het eerste op doel gestaan. Pa was koster van de hervormde kerk. Daardoor heb ik nog verplicht een blauwe maandag bij ASC moeten voetballen. Was ik al gauw zat van. Na een jaar stopte ik. Mijn ouders waren toen niet blij. Dan bewaar ik geen eten voor je, zei moeder toen. Waarop ik zei: Hoeft niet, dat hebben ze in de kantine wel.”
“Van een gootsteen vol afwas of een bar met lege glazen kan ik boos worden”
Misschien zou je kunnen zeggen dat op dat moment de eerste kiem van een taak als kantinebeheerder al gelegd is. Uiteindelijk neemt Henk het kantinebeheer begin jaren negentig over van Jan van der Maas en hij pakt het meteen serieus aan. Inkomsten en uitgaven worden sindsdien keurig bijgehouden met een eenvoudig debet/credit-programmaatje op de computer. Daarnaast wordt het assortiment drank en spijzen stukje bij beetje uitgebreid, evenals het aantal activiteiten dat in de kantine plaatsvindt. Een behoorlijke cultuuromslag, niet in de laatste plaats voor de leden van de vereniging. “In de beginjaren vonden veel mensen me een zeikerd, denk ik”, grinnikt Henk. “Zeker wanneer iemand de kantine slordig achterliet na een dienst, zoals een gootsteen vol afwas of een bar met lege glazen, kon ik boos worden. Zoals je het aantreft bij binnenkomst, hoor je het weer achter te laten, vind ik. Daar hebben we flink aan geschaafd de afgelopen 25 jaar. Uiteindelijk heeft het z’n uitwerking wel gehad: ik kan me niet heugen dat Riet en ik de zaakjes ooit eens níet voor elkaar hadden.”
Afterparty Jovink
En dat is tot op de dag van vandaag zo. Henk en Riet zijn niet weg te denken uit het beeld van de kantine, horen als het ware bij het meubilair. Van achter de bar zijn zij getuige van vele mooie momenten. Zo speelt het echtpaar eind jaren negentig een belangrijke rol rondom de optredens van de band Jovink & De Voederbietels op Gerner, om maar eens een voorbeeld te noemen. “Waren we al vroeg in touw met de voorbereidingen”, weet Riet nog. “Moest ik op het laatste moment nog gordijnen regelen voor de lange ramen op het podium van de kantine. De jongens van Jovink wilden daar omkleden, maar zouden anders behoorlijk te koop staan. Toen ben ik in alle haast met onze nieuwe auto het dorp in gegaan. Haalde ik de hele zijkant open aan een betonpaaltje. Kon wel door de grond zakken…” Henk op zijn beurt herinnert zich vooral de afterparty. “Ze dachten van Jovink in onze kantine wel even mooi goedkoop bier te drinken na afloop. Tegen inkoopsprijs leek ze wel iets. Vijftig cent per biertje. Nou, mooi niet dus! Dan ga je maar weer in de tent zitten, zei ik. Iedereen betaalt het volle pond, dus jullie net zo goed! En zo is het gegaan.”
Befaamd zijn eveneens de gezellige vrijwilligersavonden met optredens van Harm Wolters en het duo Höllenboer. En wat te denken van het Oud & Nieuwfeest. Tevens jarenlang vaste prik. Henk en Riet maakten het iedereen naar de zin in een bomvolle kantine. “Dat ging regelmatig tot in de vroege uurtjes door. Dan kwamen Riet en ik op Nieuwjaarsdag ’s ochtends aan om op te ruimen, kwam je bij binnenkomst toch een lúcht tegemoet. Verschrikkelijk! Ineens zaten tot onze verbazing Trees (Frans Nijenhuis, red.), Nico Klumper, Jantje Bosch en consorten nog aan de bar. Hadden in één stuk doorgehaald. Maar wél allemaal helpen met schoonmaken. Grote klasse!”
Alarmcentrale
Of de keer dat Henk en Riet na de traditionele dropping in het holst van de nacht door de alarmcentrale zijn gebeld. “Dat gebeurt wel vaker. We hebben vele nachtelijke uren in de kantine doorgebracht na weer eens een melding. Maar deze keer vergeet ik nooit weer. Na het belletje meteen uit de veren en samen richting de kantine”, weet Henk nog. “De ramen helemaal beslagen. Daar achter zagen we vaag iemand zwaaien. We hebben eerst op de politie gewacht en daarna zijn we voorzichtig naar binnen gegaan. Bleek het Kleine Jelie (Ronald Hilgenkamp, red.) te zijn. Was in slaap gevallen op het toilet en pas wakker geworden toen iedereen al lang en breed weg was. Toen hebben we Ronald nog keurig thuis gebracht. De politie verklaarde ons voor gek, haha! Maar de volgende ochtend kwam Ronald een grote bos bloemen brengen. Dat zijn toch prachtige herinneringen?”
Afkicken
Het is slechts een greep uit de onuitputtelijke bron van anekdotes. Natuurlijk moppert Henk wel eens. Als de kantine bij het afsluiten niet op slot gedraaid is, het koffiezetapparaat aan is blijven staan of de koelkastdeur open. Maar uiteindelijk overheersen de mooie verhalen en warme gevoelens. Het wordt flink afkicken als het huidige voetbalseizoen definitief ten einde is. Zowel voor Henk en Riet zelf als voor de leden van SV Dalfsen. Iedere Dalfsenaar heeft immers wel eens zijn tanden gezet in een heerlijke handgedraaide gehaktbal van Henk of een met liefde bereid broodje gezond van Riet.
Als we vragen hoe zij de vrije uren straks, na hun afscheid, in denken te gaan vullen, blijft het lang stil. “In ieder geval kunnen we dan eens tíjdens het voetbalseizoen op vakantie”, doorbreekt Riet ten slotte de stilte. “We gaan zo graag naar Turkije. En ik heb meer tijd voor mijn hobby’s; beeldhouden en jeu de boules.” Henk heeft inmiddels ook iets bedacht. “Ik denk dat we vaker samen dagjes weg gaan. En dan bedoel ik niet naar de kantine, haha! Riet, wat dacht je van een keertje naar het theater in Scheveningen? Ik denk wel dat het straks vreemd voelt, als na zoveel jaren ineens iemand anders de boel hier regelt…”